Locatie: Gemak, Paviljoensgracht 20-24
Datum: 15 januari 2007
Den Haag in Irakese termen
Kan Den Haag vergeleken worden met een regeringsstad als Bagdad? Dat was de vraag die deelnemers aan de tentoonstelling ‘Green Zone/ Red Zone’ voor het derde deel van ‘The Making of a Terrorist’ voorgelegd kregen. Het Zuiderpark als plaats voor gezinshereniging en voedselpakketen, prikkeldraad langs de Suezkade.
In de ogen van de oprichtster van het Fonds voor het Bewerkstelligen van Naadloze Territoria (FAST) moet Den Haag een gruwel zijn: nergens in Nederland zijn de bevolkingsgroepen ruimtelijk zo gescheiden als in onze regeringsstad. Kunst- en debatcentrum Gemak vroeg Malkit Shoshan de stad te beschrijven dat ze eerder deed met conflictgebieden in Irak, de Kaukasus en Israël, in haar poging mensenrechtenschendingen als gevolg van architectonische planning te belichten. Op basis van nieuwsberichten en gemeentelijke statistieken verdeelde de Amsterdamse architecte de stad in ‘groene’ en ‘rode’ zones bij verschillende rampscenario’s.
Bagdad viel na de invasie uiteen in een minuscule ‘groene’ zone, een relatief veilige thuishaven voor de internationale machten, en een enorme lap ‘rood’ gebied, de gevaarlijke buitengebieden waar de meeste Irakezen wonen. Ook in Den Haag, constateerde Shoshan op basis van drie rampscenario’s, liggen de internationale instituten relatief veilig, terwijl vooral de reeds achtergestelde bevolking eraan zou moeten geloven. Na een kortstondige groei van de veilige gebieden, zouden de gevaarlijke zones de stad overnemen.
Den Haag als New Orleans
De wijken die de Haagse autoriteiten bij etnische onlusten zouden omsingelen, komen op FAST’s kaarten opvallend overeen met de gebieden waar bij sociaal- economische opstanden een straatverbod zou gelden. Ze vallen bovendien in het gebied waar bij een overstroming de minste hooggelegen punten zijn om naar te vluchten. Ook nu al zijn deze potentieel ‘rode’ wijken de plaatsen met de meeste beveiligingscamera’s en een aangepast gemeentebeleid; buurten waar je niet mag drinken of samenscholen zoals in de rest van de stad.
Het mag dan een provocatieve snapshot verkenning zijn, zegt historicus Steven van Schuppen in een vraaggesprek met Natasja van den Berg, FAST’s inventarisatie geeft wel aan hoe paradoxaal de situatie in elkaar zit: we gebruiken het in kaart brengen van ‘rode zones’ om etnische en sociaal-economische dreigingen te ‘beheersen’, terwijl zo’n gelokaliseerde repressie de onvrede juist voedt. Waarom mogen blonde meisjes in Wassenaar wel kletsen op een straathoek, en een paar opgeschoten Marokkanen in de Schilderswijk niet?
Hoewel er in Nederland ook bewegingen zijn die de waarschijnlijkheid van FAST’s rampscenarios ondermijnen, zegt de historicus, lukt het relatief weinig welvarende Turken en Marokkanen een welkom thuis te vinden in de voornamelijk autochtone wijken. De achterblijvers zijn extra wanhopig. De gemeente mag de bevolkingssamenstelling proberen te mixen met het aanbieden van goedkopere koopwoningen in de ‘risicogebieden’, de sociaal-democratische politiek van stadsvernieuwing schiet in de ogen van de auteur van de ‘Historische atlas van Den Haag’ ver te kort.
Gebrek aan zelfreflectie
In plaats van de oorzaken van de problemen daadwerkelijk onder ogen te zien, vindt Van Schuppen, hebben Nederlanders de neiging de resultaten te willen controleren. We hebben te maken met een innerlijke crisis van de autochtone bevolking, en blijken niet in staat tot de zelfreflectie die nodig is om de paradoxen in ons beleid te breken en de problemen van de multiculturele samenleving het hoofd te bieden.
In tegenstelling tot wat sommige multiculturalisten vroeger suggeerden, zijn die problemen heel reëel, stelt Van Schuppen. Niet alleen voor de allochtone bevolking die zich benadeeld voelt, ook bijvoorbeeld voor tweede generatie allochtone vrouwen die te kampen met verschillende inzichten rondom huwelijk, seksualiteit, gezin en partnerkeuze. Ook de autochtone bevolking heeft het momenteel moeilijk met haar eigen positie tegenover religie. Zolang we niet bereid zijn die te onderzoeken, suggereert de historicus, zijn we niet in staat tot een open dialoog.
Die mening lijkt kunstenaar Bram Esser te delen. Met zijn diapresentatie ‘Angsthazen of Arcadia: A State of Denial’ verbindt hij een aantal schijnbaar losstaande beelden met een verhaal over de angsthaas die zich verschuilt in de á la carte omgeving van auto, tv en internet, alles om de werkelijkheid niet te hoeven zien. Een humorloze cyborg met een beveilingscamera als hoofd, die elke practical joke interpreteert als een terroristische aanslag. Hij wil wel 100% ongestoord winkelen en zo goedkoop mogelijk produceren, maar géén immigranten. Zijn ‘state of denial’ lijkt verdacht veel op het Esser bekende Nederland.
Mogen de Nederlanders zich kritisch uitlaten over het rood/groene potentieel van hun thuisland, als Irakees vindt gastkunstenaar Rashad Selim de Haagse rode zones vooralsnog ‘hooguit lichtroze’. De enige vorm van publieke visuele kunst uit de ‘red zone’ die hij hier herkende, was de graffiti. Met een spuitbus, een sjabloon en fotograaf Rick (37) trok de 50-jarige de stad in om de bestaande tags van zijn signatuur te zien: het antieke zeven-oog, hoewel gelijkend op de loop van een geweer, een beschermingssymbool tegen het boze oog. Ondanks zijn arrestatie als ’50-jarige vandaal’, prijst hij het Nederlandse handhaven van de wet, waar Irak na de illegale invasie tot wetteloosheid is vervallen.
De schrijnende gevolgen van de invasie op hun thuisland komen ook terug in de werken van de Irakese kunstenaars Hana Mal Allah en Adel Abidin, waardoor het debat omringd wordt. Met zijn videoinstallatie ‘Common Vocabularies’ en een stapel Arabisch-Engelse vertaalkaartjes laat Abidin zien hoe een jong meisje het vocabulaire van het huidige Irak reciteert: ‘no electricity’, ‘hegemony’, ‘Improvised Explosive Device’, ‘fucking bad luck’.
In de werken van Hana Mal Allah zien we hoe de stadskaarten uit elkaar vallen onder de chaos en het geweld. Oude geometrische vormen worden verbasterd tot agressieve zwarte vegen, dierbare plaatsen worden verknipt of vallen simpelweg weg in de gaten in haar doek.
Net als Rashad Selim verblijft ze met ondersteuning van Kosmopolis Den Haag twee maanden in de stad. Hun werk is te lezen als een aanklacht tegen het uitwissen van het Irak dat zij zich herinneren, en een oproep tot behoud van onze menswaardigheid. Willen wij ons voor Irakese taferelen behoeden, suggereert deze avond, dan moeten we eerst naar binnen kijken, en dan pas naar de ander.
Klaartje Jaspers
De expositie Green Zone/ Red Zone duurt tot 31 januari 2008.
Links:
www.gemak.org
www.angsthaas.com
www.stevenvanschuppen.nl