Koosjere en hallal hamburgers
AD/Haagsche Courant, 17 december 2007
Auteur: Jan Hendrik Bakker
Al vijftig jaar lang houdt het Midden-Oosten conflict de wereld in zijn greep. In ons land verdeelt het de bevolking, en vooral de bevolking van de grote steden die immers voor een belangrijk deel uit moslims bestaat. Een nieuw antisemitisme, of in elk geval anti-joods sentiment, lijkt daar in opkomst. Woensdag praat schrijfster en journaliste Naeeda Aurangzeb, onder meer bekend van RTV West, met drie andere schrijvers en journalisten over hun persoonlijke visie op de Palestijns-Israëlische tegenstellingen.
Naeeda zelf heeft een verrassende verstandhouding met Israël. Ze is zelfs ‘verliefd’ op het land. Wel opmerkelijk voor een moslima van Pakistaanse ouders. “En toch is het zo. Als kind, weet ik van mijn moeder, wilde ik altijd al graag naar Jeruzalem. De stad spreekt me enorm aan, net als Istanboel trouwens. Voordat Mohammed de opdracht gaf bij het bidden het hoofd naar Mekka te richten, bad hij zelf richting Jeruzalem. Toen mijn toenmalige echtgenoot destijds op pelgrimstocht wilde naar Mekka, heb ik tegen hem gezegd: dat is goed, maar ik ga eerst naar Jeruzalem.”
Voor Naeeda (33) is Jeruzalem een kosmopolitisch centrum van de drie grote godsdiensten, een smeltkroes waar ze zich thuisvoelt. Toen ze er dertien jaar geleden met een groep andere moslims aankwam, werd ze onmiddellijk getroffen door de sfeer. Ze droeg haar hoofddoek in die tijd nog.
“Maar in Israël was dat opeens hip. Joodse vrouwen vroegen me bijvoorbeeld voor te doen hoe ik hem omdeed. Er zijn ook veel jodinnen die hoofddoeken dragen namelijk.” Sinds ze op een avond in een Londens toilet zichzelf goed aankeek in de spiegel en tot de conclusie kwam ‘dat ben ik niet’, draagt ze die hoofddoek overigens niet meer.
Naeeda verklaart haar enthousiasme voor het land Israël met haar verlangen de grote historische verbanden te kunnen ervaren. “Ik voel me aangetrokken tot die zaken die groter zijn dan de islam.” Ze vertelt hoe ontspannen ze zich voelde dat ze in Tel Aviv gewoon een hamburgerrestaurant kon binnen gaan. Koosjer is namelijk ook halal, misschien nog wel iets strenger, legt ze uit.
“Israël is een land met vele kanten. Journalisten en medewerkers van NGO’s (niet-gouvermentele organisaties zoals Amnesty International en Artsen zonder Grenzen, JHB) gaan meestal direct door naar Ramallah, de Palestijnse stad op de bezette Jordaanoever, andere groepen gaan naar het mondaine Tel Aviv om te dansen of naar het strand te gaan. Maar het hoort allemaal bij elkaar. Israël ziet zichzelf graag als een volkomen westers land, maar het is eigenlijk heel Middenoosters. En het bezit een grote schoonheid.”
Maar ze geeft toe: “Naïef ben ik in het begin wel geweest, hoor, bij dat eerste bezoek. Ik heb nog een foto waarop ik met een stoere Israëlische soldaat sta in Hebron. Midden in bezet gebied!”
Dat werd later anders, toen de realiteit van de bezetting volledig tot haar doordrong. Naeeda werkte een tijd voor de Amerikaans-joodse organisatie ‘Seeds for Peace’, waar ze gesprekstrainingen deed met jongeren uit conflictgebieden, dus ook veel joodse en Palestijnse jongeren. Later schreef ze een boek over het Palestijnse vluchtelingenprobleem.
Naeeda Aurangzeb is er van overtuigd dat er uiteindelijk maar één oplossing bestaat: één staat waarbinnen joden en Palestijnen gezamenlijk vreedzaam samenleven. “Ik heb tegen joodse vrienden vaak gezegd: ‘denk niet dat jullie eeuwen lang op het Beloofde Land konden wachten, en dat de Palestijnen dat geduld niet hebben’.”