Als één van de oudste groepen naoorlogse nieuwkomers heeft onze Molukse gemeenschap een ontwikkeling doorgemaakt die schrijnend actueel is. Eén van de lessen is dat alleen daadwerkelijke samenwerking een kans op resultaat biedt.
Een andere les is dat pogingen om een integratiemodel op te leggen waarbij de ene groep zich vooral moet aanpassen, uiteindelijk contraproductief is.
Samen leven impliceert dat er sprake is van tweerichtingsverkeer, waarbij nieuwkomers ook echt het idee krijgen dat ze deel uit kunnen maken van een samenleving en niet alleen getolereerd worden.
Dat helpt ook om mensen op hun eigen verantwoordelijkheid aan te spreken.
Molukkers en Nederlanders delen al meer dan vier eeuwen een gezamenlijke geschiedenis De eerste tien jaar na aankomst in Nederland in 1951 leefde de Molukse bevolkingsgroep in een relatief isolement. In het begin vond geen van de betrokken partijen dat een groot probleem, omdat het tijdelijk zou zijn. Wie leest over de organisatie van de opvang, wordt getroffen door de overeenkomsten met het beleid ten aanzien van vluchtelingen en asielzoekers in de jaren negentig. Ook toen werden snel allerlei locaties geschikt gemaakt voor tijdelijke huisvesting en werd uiteindelijk een rijksdienst belast met de uitvoering van het beleid.
Molukkers waren pioniers tegen wil en dank waar het gaat om het vinden van een plek in de Nederlandse samenleving, een samenleving die in de jaren vijftig en zestig met recht monocultureel kon worden genoemd. Zaken die nu weer actueel zijn, zoals opvoeding tussen twee culturen en het opgroeien van een tweede generatie die de ouders koestert en ook verder moet gaan in Nederland, maar anderzijds een gespannen verhouding heeft met de Nederlandse samenleving? het zijn allemaal onderwerpen die in de Molukse gemeenschap al zijn gepasseerd.
Merkwaardig dat er geen lering uit is getrokken. Dan zou de afgelopen jaren wel zijn beseft dat hoe harder wordt geroepen dat een groep zich goedschiks of kwaadschiks moet aanpassen aan de normen en waarden van de samenleving, des te meer verzet dat oproept.
Tijdens de verkiezing van het meest dramatische binnenlandse nieuws van de afgelopen vijftig jaar zetten kijkers bij de NOS in 2006 de Molukse kapingen en gijzelingen uit de jaren zeventig op de eerste plaats. De gewelddadige beëindiging van de treinkaping bij De Punt is dit jaar precies dertig jaar geleden. In die tijd waren er grote spanningen tussen de Molukse gemeenschap en de Nederlandse samenleving. Als er al een moment is geweest dat het naoorlogse Nederland zijn onschuld verloor, is dat in deze periode geweest.
Wie artikelen over de tweede generatie Molukkers uit die periode leest, wordt getroffen door de soms grote overeenkomsten met die over tweede generatie moslims van nu: problemen op het gebied van onderwijs en werk, criminaliteit en een gebrek aan binding met de Nederlandse samenleving. Ging het toen om het ideaal van een eigen staat, nu is het de religie die als splijtzwam wordt gezien.
Hoewel de geschiedenis zich nooit precies gelijk herhaalt, is het goed om te beseffen dat een van de Molukse lessen is geweest dat collectieve stigmatisering averechts werkt. De positie van bruggenbouwers wordt versterkt wanneer er ook daadwerkelijk sprake is van een serieuze dialoog. Daarvoor kan het nodig zijn dat gemeenschappen beschikken over vertegenwoordigingen die namens hun gemeenschap kunnen spreken. De eis dat zo’n vertegenwoordiging namens een hele gemeenschap moet spreken, is niet reëel.
Het Molukse verhaal biedt ook perspectieven. Een van de succesverhalen is de gezamenlijke poging van Molukse organisaties en de overheid in het midden van de jaren tachtig om de hoge werkeloosheid onder Molukkers aan te pakken door middel van een banenplan. En ook al is de groep jonge nieuwkomers nu veel groter, het loont de moeite om te leren van dat banenplan, waarbij een van de essentiële elementen was dat vanuit de Molukse gemeenschap zelf werd meegedaan. Dat brengt met zich mee dat die groep ook de eigen verantwoordelijkheid neemt.
Het belonen van samenwerkingsprojecten met duidelijke doelstellingen kan daarbij helpen.
Het feit dat een deel van de Molukse gemeenschap nog steeds woont in eigen woonwijken, is in de afgelopen jaren af en toe onderwerp van discussie geweest. Kijkend naar de meer dan zestig Molukse wijken is het duidelijk dat er problemen zijn op het gebied van vergrijzing en sociaal-economische achterstanden. Tegelijkertijd laten die wijken ook zien dat er sprake kan zijn van een vitale gemeenschap, omdat we oog houden voor elkaar.
We nemen zelf het initiatief om de problemen het hoofd te bieden. Investering in verdere ontwikkeling van die wijken is dan ook zinvol. Ook daar speelt de eigen verantwoordelijkheid een rol. Die komt ook om de hoek kijken waar het de onderwijssituatie van jonge Molukkers betreft. Die zijn nog steeds oververtegenwoordigd in het vmbo, ondanks het feit dat er ook voorbeelden zijn van geslaagde jonge Molukkers. De les die hier geleerd kan worden, is dat onderwijsachterstanden hardnekkig kunnen zijn en ook nog bij een derde generatie een rol kunnen spelen.
Die derde generatie omschrijft zich in de regel nog duidelijk als Moluks. Dat hoeft geen enkele hindernis te zijn voor participatie in de Nederlandse samenleving, zolang die samenleving geen schijntegenstellingen oproept. In een wereld die steeds kleiner wordt, hebben mensen vaak meerdere loyaliteiten. Die transnationale identiteit wordt pas een probleem wanneer steeds wordt gezegd dat er gekozen moet worden.
We kiezen voor herkenning bij elkaar. Toen de meerderheid van de Molukkers vanaf de jaren tachtig voor het Nederlanderschap koos, gebeurde dit vooral om pragmatische redenen. Het was gewoon gemakkelijker om met een Nederlands paspoort te reizen.
Maar met dat paspoort laten Molukkers het vrijheidsideaal niet los. We hebben meerdere loyaliteiten.
Simon Tahamata heeft na tientallen interlands voor Oranje inmiddels de Belgische nationaliteit, maar hij blijft Molukker. Giovanni van Bronckhorst van FC Barcelona zoekt tijdens een interland van Oranje altijd naar een Molukse vlag langs de lijn. Op zoek naar herkenning. Ja, toch?
Meer info over Maluku Mokro Connexion, deel 2
[redactie: Wim Manuhutu was ten tijde van het schrijven van dit artikel directeur van het Moluks Historisch Museum en is momenteel specialist in cultureel erfgoed. Rocky Tuhuteru is directeur van het media en communicatiebureau Tuhuteru en Partners en voormalig radio- en tv-presentator]
[redactie: Dit artikel is geplaatst in het kader van het evenement Maluku Mokro Connexion 2, deze open brief werd gepubliceerd op 13 juni 2007. Beiden waren deelnemers aan het debat tijdens de eerste editie van dit evenement op 11 september 2007]